Verkiezingsprogramma
Verkiezingsprogramma SGP Waterschap Hollandse Delta 2023 – 2027
Voor u ligt het verkiezingsprogramma van de fractie SGP binnen het Waterschap Hollandse Delta (WSHD) , voor de periode 2023 - 2027. In dit programma staan de kaders waarvoor de SGP zich minimaal gaat inzetten, denkend vanuit de zorgplicht als Waterschap en het rentmeesterschap voor de leefbaarheid en veiligheid van de burgers. Deo Volente 15 maart 2023 wordt u gevraagd om uw stem uit brengen voor bestuurders van het Waterschap Hollandse Delta. Deze verkiezingen voor het waterschap zijn zeer belangrijk, omdat het uw eigen directe leefomgeving betreft.
Het Waterschap Hollandse Delta beheert in Zuidholland vijf regio’s te weten IJsselmonde, Hoeksche Waard, Voorne-Putten en Rozenburg, Eiland van Dordrecht en Goeree-Overflakkee. Het hoofdkantoor van WSHD bevindt zich in Ridderkerk langs de A15. In ons gebied bevinden zich steden als Rotterdam-Zuid en Dordrecht, veel industrie, maar ook veel dorpen en platteland.
De kerntaken waarvoor het waterschap WSHD verantwoordelijk is, zijn kort samengevat: de zorgplicht voor veilige dijken, schoon en voldoende oppervlakte water, het zuiveren van vervuild afvalwater en veilige ontsluiting door wegen en fietspaden.
Het belang van goed waterbeheer en daadkracht blijkt uit het recente verleden. Juist dit jaar, herdachten we dat 70 jaar geleden, op 1 februari 1953, in het westen van Nederland onder erbarmelijke omstandigheden, meer dan 1800 mensen verdronken. Een zeer krachtige noordwestelijke storm stuwde het zeewater vanuit de Noordzee op en drong diep landinwaarts. Een groot deel van de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden, alsmede van het westen van de provincie Noord-Brabant overstroomde. Het leed en de gevolgschade waren triest en onnoemelijk groot.
Als daarop wordt teruggezien, dringt het besef door dat wij mensen klein en nietig zijn, ten opzichte van de natuurkrachten. We belijden als SGP, dat alles in dit leven, ook de natuurkrachten in Gods handen ligt. Hoewel het Deltaplan voor dijkverbetering al voor 1940 gereed lag was het nog niet tot uitvoering gekomen. Hieruit blijkt, welke belangrijke rol waterschappen hebben bij het behouden van ons land dat voor een groot deel onder de zeespiegel ligt. Ook de SGP heeft zich na de Watersnood van 1953 met alle kracht ingezet en meegewerkt aan de realisering van het Deltaplan, om het zuidwesten van Nederland van veilige dijken, dammen en beweegbare waterkeringen te voorzien.
Als mensheid hebben we vanuit het paradijs een opdracht meegekregen om de aarde te bewerken, te leven, zorgzaam en barmhartig te zijn, etc. Ook dat rentmeesterschap over de schepping, waarin onder andere, het milieu, duurzaam, spaarzaam en veiligheid aan ons allen is toevertrouwd. Vanuit die opdracht wil de SGP inhoud geven aan de bestuurlijke verantwoordelijkheden van het Waterschap Hollandse Delta. Dat zonder onderscheid aan elke burger, medewerker, stakeholder, etc. De mouwen moeten deze periode zeker worden opgestroopt. Er is veel werk te verzetten. Bij al dit werk belijden wij onze afhankelijkheid van onze Schepper.
Op 15 maart 2023 mag u uw stem weer uitbrengen voor de verkiezing van bestuurders in het Waterschap Hollandse Delta. Wij vragen in dit programma uw aandacht voor de koers die de SGP fractie binnen het WSHD de komende jaren 2023 – 2027 wil inzetten. Wij vertrouwen erop dat u uw stem op 15 maart 2023 zult geven aan een van onze kandidaten op de SGP-verkiezingslijst.
SGP-fractie Waterschap Hollandse Delta, januari 2023
Wim de Jong, lijsttrekker,
Bert Staat,
Thijs Visser,
Albert-Jan van den Berg,
Peter Grinwis.
1. ALGEMEEN
Positie van waterschappen als openbaar lichaam Waterschappen vormen de oudste democratische bestuursvorm in ons land. In de loop der eeuwen hebben de waterschappen aangetoond de dynamiek van de tijd te volgen en bij te houden. De SGP vindt daarom dat waterschappen geen uitvoeringsorganisaties mogen zijn of worden van de rijksoverheid, provincies of gemeenten. Wanneer de taken van het waterschap ondergebracht zouden worden bij een algemeen bestuursorgaan, zoals de provincie, gaat de samenhang in het waterbeleid teloor. Ook zal de gevoelde urgentie voor bestendig waterbeleid ondersneeuwen door de neiging van politici zich op de korte termijn te richten, waardoor andere beleidsonderwerpen meer prioriteit krijgen.
Goed georganiseerd waterbeheer is voor Nederland van eminent belang, omdat grote delen van ons land beneden de zeespiegel liggen. Daarbij komt dat de kwaliteit en kwantiteit van het water in een stroomgebied nauw met elkaar samenhangen. Dit geldt ook voor grondwater en oppervlaktewater. Deze verwevenheid vraagt om een brede (integrale) kijk van het openbaar bestuur, waarin de taken inzake waterkwaliteit, waterkwantiteit en waterkering zijn samengevoegd. Het waterschap is het bestuursorgaan bij uitstek om dit te realiseren. Samenwerking en afstemming van beleid tussen de verschillende medeoverheden is zondermeer noodzakelijk
De SGP wil vanuit bijbels rentmeesterschap het beleid van het waterschap mede vormgeven. In dit verkiezingsprogramma zetten we daarom uiteen welke koers we de komende periode willen varen binnen het beheersgebied van Waterschap Hollandse Delta. Hoe gaan we om met de leefomgeving, waar leggen we de prioriteiten, hoe behouden of verbeteren wij de veiligheid van onze installaties en areaal aan dijken, wegen, bomen, bermen, sloten, slootkanten etc. Waar, maar ook hoe wordt uw belastinggeld duurzaam besteed in perioden van voorspoed of recessie?
Voor het waterbeleid baseert de SGP zich op de volgende uitgangspunten. Vanuit deze principes en/of waarden worden beleidsplannen beoordeeld.
Integriteit
• Goede verhoudingen tussen bestuur en burgers (open en transparant, benaderbaar, aanspreekbaar op onze wijze van functioneren);
• Eerlijke verdeling van lasten (de vervuiler betaalt en degene die profijt heeft van maatregelen betaalt);
• Bij waterpeilbeheer: zoveel mogelijk recht doen aan belanghebbenden in een (stroom)gebied;
Rentmeesterschap
• Verantwoord gebruik van en goede zorg voor de leefomgeving;
• Ons inzetten voor de toekomst en voor belangen van toekomstige generaties.
• Bijdragen aan en deelnemen aan onderzoeken om vervuilende stoffen, waaronder medicijnresten, microplastics, etc. door nieuwe technieken te verwijderen.
• Bijdragen aan en deelnemen aan onderzoeken om reststoffen, duurzaam te hergebruiken.
Veiligheid
• Aanleg en onderhoud van deugdelijke en betrouwbare waterkeringen voor de lange termijn;
• Lokale Behartiging en kennis van het beheersgebied door waterschappen is noodzakelijk. SGP pleit om deze overheidstaak niet onder te brengen in een algemene bestuurslaag die verder van de burger afstaat, (zoals provincie)
Solidariteit
• Alle Nederlanders betalen mee aan veilige waterkeringen, ook wie niet direct profiteert van een waterkering;
• De SGP steunt het actuele kwijtscheldingsbeleid;
Beleidsvrijheid
• Een waterschap is geen uitvoeringsorgaan van de rijksoverheid of provincie en moet daarom over een redelijke/passende mate van beleidsvrijheid beschikken om de wettelijke taken uit te kunnen voeren.
Verantwoordelijkheid
• Goed waterbeheer behoeft draagvlak onder de bevolking. Met een democratisch gekozen bestuur dat regelmatig verantwoording aflegt over het gevoerde beleid
• Bij ons monistisch stelsel past een beperkt aantal geborgde zetels voor belangen van natuur en agrariërs om specifieke gebiedskennis permanent aanwezig te laten zijn;
• Iedere inwoner hoort bij te dragen aan de zorg voor schoon en voldoende water door verantwoord om te gaan met afvalstoffen en afvalwater.
Orde en respect
• Respect voor de historische ordening van het landschap, vaak mee bepaald door rivieren en andere waterlopen;
• Water als ordenend principe voor de ruimtelijke ordening en inrichting van het landschap.
Concreet:
• De SGP vindt dat waterschappen zelfstandig moeten blijven (geen onderdeel worden van andere bestuurslagen)
• De SGP vindt dat het waterschap zich vooral moet richten op haar kerntaken
• De SGP vindt dat kwijtscheldingsbeleid voor gezinnen met een minimum inkomen en zonder eigen vermogen moet worden voorgezet
• De SGP vindt dat het waterschap op zondagen alleen dringend noodzakelijke werkzaamheden mag uitvoeren, bijvoorbeeld bij calamiteiten
• De SGP vindt dat het waterschap een kostenbewuste en efficiënte organisatie moet blijven
2. WATERBEHEER:
Waterkwaliteit: nutriënten
Uit recent onderzoek is gebleken dat de uitwerpselen van huisdieren een forse bijdrage kunnen leveren aan de stikstofbelasting in natuur- en recreatiegebieden. Bekend is dat ook de waterkwaliteit in watergangen langs uitlaatgebieden wordt beïnvloed en waar veelvuldig paarden in het water bij een zandstrand lopen is de waterkwaliteit meestal onvoldoende door een te hoog aantal ziekteverwekkende bacteriën en door belasting met diverse nutriënten. Waar van agrariërs inspanning wordt verlangd met bemestingsvrije zones geldt dat evenzeer in gevoelige gebieden voor huisdierenbezitters.
Bij ganzen speelt dezelfde problematiek. Vaak grazen ganzen op agrarische gronden en overnachten ze in natuurgebieden. Er zullen via de provincie maatregelen geformuleerd moeten worden.
Door afkoppeling van hemelwater van rioolstelsels stroomt steeds meer water via verharde oppervlakten naar het watersysteem. Het is niet altijd duidelijk welke gevolgen dit heeft voor de waterkwaliteit. De SGP vindt dat hier meer onderzoek naar moet komen. De SGP staat achter de maatregelen die in het vastgesteld Stroomgebiedbeheersplan-3 uiterlijk in 2027 gerealiseerd moeten zijn. Deze moeten uitgevoerd worden. Hiermee wordt aan de verplichtingen uit de Kaderrichtlijn Water voldaan. De SGP is echter van mening dat de doelen van de Kaderrichtlijn Water te ambitieus zijn en niet haalbaar, vanwege de in de natuur reeds aanwezige achtergrondbelasting. In overleg met de regering in Den Haag en de Europese Unie moeten de waterschappen daarom werken aan doelverlaging.
Nitraatrichtlijn en stikstofproblematiek
Natuurkwaliteit valt onder verantwoordelijkheid van de provincie en de provincie dient dan ook voor het grootste deel van de financiering te zorgen. Naast het waterpeil heeft water een belangrijke rol bij het transport van nutriënten, zoals stikstof en fosfaat uit en naar natuurgebieden. Water is vaak een bepalende factor als het gaat om de kwaliteit van de natuur (en dus ook Natura 2000-gebieden). Als kennispartner nemen de waterschappen deel aan de gebiedsprocessen die erop zijn gericht natuurkwaliteit in Natura 2000-gebieden te verbeteren.
De discussie rondom stikstof mag zich niet alleen afspelen rondom de agrarische sector. Ook (vlieg)verkeer en industrie zorgen voor grote uitstoot. De opgave voor de agrarische sector is bij een natuurlijk beheer te zorgen voor een minimale stikstofbelasting op de omgeving. Het land is van de boeren, het landschap is van iedereen. Dit vraagt om balans van deze twee invalshoeken met respect voor rollen en belangen. Het waterpeil binnen een peilgebied moet de functie volgen. Als een gebied agrarisch is dan dient het waterpeil hierop afgestemd te worden en te blijven. Ditzelfde geldt voor de stedelijke gebieden en de natte en droge natuurgebieden.
Nationaal Park NL Delta
NL Delta staat voor de ontwikkeling van natuur, economie en leefbaarheid in Biesbosch en Haringvliet. Een dynamische deltagebied dat zich uitstrekt van slot Loevestein tot voorbij de Haringvlietdam. De SGP zal kritisch en met grote terughoudendheid aan NL Delta meewerken. Ons standpunt is dat we zeker voor natuurontwikkeling zijn, maar het landschap is voor veel meer zaken nodig, zoals wonen en agrarische bedrijvigheid. Dergelijke plannen zouden ertoe kunnen leiden dat het betreffende gebied “op slot” gaat voor nieuwe bedrijven en woningbouw.
De SGP vindt dat er toekomst moet blijven voor agrarische en andere bedrijven binnen ons gebied. Agrarische bedrijven zorgen, ondanks dat zij zich aan alle wet en regelgeving houden, ongewild voor enige schade aan de leefomgeving. Aan de andere kant moeten overheden en burgers er oog voor hebben dat onze hoogtechnologische welvaartsmaatschappij niet kan functioneren zonder deze bedrijven. Dit vooral vanwege de voedselzekerheid van onze stedelijke gebieden.
Schade aan de leefomgeving moet worden tegen gegaan. Maatregelen ter bescherming van natuur en waterkwaliteit mogen echter niet zover worden doorgevoerd dat het verdienmodel van onze bedrijven verloren gaat. Concreet kan dit betekenen dat (chemische) bestrijdingsmiddelen niet verboden zouden moeten worden. Wel moet voorkomen worden dat deze middelen in het oppervlaktewater terecht komen door middel van bufferzones en groenstroken.
Bodemdaling en water als ordenend principe
De grote uitdagingen op het gebied van bodemdaling, biodiversiteit en klimaatadaptatie vragen om een actieve faciliterende inbreng vanuit het waterschap.
Het is nodig om in veenweidegebieden een flexibel en dynamisch peilbeheer te voeren, zodat het proces van bodemdaling wordt afgeremd. Belangrijk om onderzoek te doen naar innovatieve technieken, zoals peil gestuurde drainage om de bodemdaling effectief te beperken. De SGP is voor het behoud van het vitale veenweidegebied voor de agrarische sector en wil voorkomen dat die gebieden onder water worden gezet, tenzij de functie in bestemmingsplannen door gemeenten en provincie is gewijzigd in natuur.
De problematiek van bodemdaling moet met gemeenten, provincie en het Rijk worden aangepakt om kennis te bundelen en oplossingen aan te dragen, zodat er toekomst is voor een vitale agrarische sector. De bodemdaling is een algemeen maatschappelijk probleem, wat gezamenlijk zal moeten worden opgelost en bekostigd.
Gezonde bodem
Meer organische stof in de bodem verbetert het waterbindend en het water bufferend vermogen van de bodem. Een gezonde bodem heeft gezond bodemleven nodig. Hier ligt een relatie met de emissies. Vanuit emissie oogpunt wil je verschralen, maar dan wordt de bodem een harde samengeperste koek, zonder waterbergend vermogen.
Waterschappen ondersteunen initiatieven die tot doel hebben het organische stofgehalte in bodems te verbeteren. De waterschappen kunnen hun voordeel doen met de opgebouwde kennis, en participeren en faciliteren waar mogelijk. In de agrarische sector wordt hier al jaren aan gewerkt. De aanpak en resultaat verschillen per grondsoort en gebied. Hier moet een optimum gevonden worden, waarbij de agrarische sector, overheden en de kennisinstituten (bijvoorbeeld Wageningen University & Research WUR) in de sector onze samenwerkingspartners zijn. Het door ontwikkelen van precisielandbouw wordt door de SGP omarmd.
Oppervlaktewater
Op Goeree Overflakkee en op Voorne Putten wordt zoetwater uit het Haringvliet ingelaten om aan de vraag van telers te voldoen. De Haringvlietsluizen staan inmiddels op een Kier om de natuur in het Haringvliet te stimuleren. Het Volkerak-Zoommeer dient in stand worden gehouden als zoetwaterbekken. De plannen voor verzilting dienen terzijde te worden gelegd. Om de waterkwaliteit te verbeteren en het optreden van blauwalg te verminderen dienen andere maatregelen genomen te worden.
Oppervlaktewaterbeheer is voor de waterschappen een complexe taak, waarbij veel belangen en partijen een rol spelen. De SGP wil samen met de betrokken instanties tot overeenstemming komen. Daardoor moet een breed draagvlak ontstaan voor toekomstbestendige maatregelen waar de verschillende partijen belang bij hebben. De SGP zal kritisch volgen of het via de Kier ingelaten zoute water niet tot overlast aan landbouw of natuur in de polders leidt.
Ook voor de agrarische sector is voldoende kwaliteit van het oppervlaktewater van groot belang. Samen met de Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO) zijn convenanten opgesteld die de emissies terug moeten dringen. Als de agrarische sector duurzaam onderneemt, draagt dat bij aan een betere waterkwaliteit. De SGP ondersteunt het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer, een initiatief van de LTO om emissies in het oppervlaktewater en grondwater terug te dringen.
Vispassages
Het waterschap draagt bij aan voorzieningen bij gemalen die vispassage mogelijk maken en de paaimogelijkheden vergroten. Dit dient te gebeuren tegen aanvaardbare kosten, al dan niet met behulp van subsidies. De ontwikkeling dient in lijn te staan met een aansluitende visvriendelijke keten om werkelijk resultaat te bereiken waarvan de vis profiteert. Er kunnen tijdelijk beroepsvissers worden ingezet om vissoorten voor migratieknelpunten weg te vangen en elders uit te zetten. De SGP is beslist niet tegen sportvissers, mits zij geen lood gebruiken bij het inleggen van hun vistuig.
Robuust watersysteem in het buitengebied
In verband met klimaatverandering is het van groot belang dat ons watersysteem robuust is zodat we gereed zijn voor de toekomst. Belangrijk is de trits vasthouden-bergen-afvoeren. Zwaar ingezet dient te worden om zowel in stedelijk als in landelijk gebied meer waterberging te realiseren. Hiermee kan het regenwater langer vastgehouden kan worden. In droge perioden hoeft dan minder gebiedsvreemd water binnengelaten te worden.
In de open natuurgebieden zijn waterbergingen aangewezen die de extra neerslaghoeveelheden kunnen bufferen. In deze gebieden kan de natuur soms jaren zijn gang gaan. De functie van deze gebieden is en blijft volgens de SGP echter belangrijker dan de natuurbelangen. Bij hoogwater of nodige werkzaamheden staan de natuurbelangen in deze gebieden op de tweede plaats. Dan moeten natuurgebieden kunnen dienen als waterberging.
Voldoende water in stedelijke gebieden
Het belang van water in bebouwde gebieden van dorp en stad wordt dikwijls onderschat. De Wateropgave in het stedelijk gebied vraagt om slimme oplossingen. Uiteraard werken de waterschappen en provincies samen, omdat de problemen én de oplossingen zich niet aan de waterschapsgrenzen houden. Bij dit vraagstuk gaat het niet alleen over wateroverlast - tijdelijke opgave van waterberging - maar ook over hitte en droogte. Niet alleen te veel water, maar ook een watertekort zal ons in de toekomst voor belangrijke opgaven stellen.
Het waterschap dient hier samen te werken met gemeenten. Overstortingen vanuit het riool naar het oppervlaktewater dienen zoveel mogelijk voorkomen te worden, ook in verband met de waterkwaliteit. Dit kan door regenwaterafvoer af te koppelen van het riool. Hiervoor dient in de samenwerking met de gemeenten meer aandacht gevraagd te worden vanuit het waterschap. Samenwerking is nodig omdat het stelsel van het waterschap te maken heeft met bestaande bebouwing en infrastructuur. Aanpassing van het watersysteem is hierdoor prijzig.
Bestrijding invasieve exoten
De Japanse duizendknoop wordt tot de meest invasieve exoten gerekend. Is de plant eenmaal gevestigd, dan is hij zeer moeilijk weer weg te krijgen. Door zijn sterke groeikracht worden inheemse plantensoorten verdrongen. De sterke wortelstokken en stengels van de Japanse duizendknoop zijn in staat om schade te veroorzaken aan gebouwen, leidingen en wegen. Bestrijding van deze exoot is dus van groot belang om uiteindelijk de veiligheid te kunnen waarborgen. Hiervoor zullen zo nodig extra financiële middelen beschikbaar gesteld moeten worden.
Onderzoeken hebben aangetoond dat met name de rode Amerikaanse rivierkreeft schadelijk kan zijn voor dijken, landerijen en de waterkwaliteit. Ook het halen van eisen uit de Kaderrichtlijn Water wordt door de Rode Amerikaanse Rivierkreeft bedreigd. Op dit moment is dit echter binnen het beheergebied van WSHD nog niet aan de orde. Uiteraard moeten we hier wel alert op zijn.
Innovaties die er zijn/aan komen:
Het ontwikkelen van nieuwe technieken kan het beste plaatsvinden door een klein aantal waterschappen, waarbij maximaal gebruik gemaakt wordt van (Europese) subsidies.
Hoog op de agenda staat het sterk verminderen van de uitstoot van broeikasgassen op de zuivering.
Pompen en stuwen in het watersysteem moeten intelligent gestuurd worden, rekening houdend met het verwachte weer.
Concreet:
• De SGP steunt het robuust maken van het watersysteem in het buitengebied, zodat ons systeem ook bestand is tegen intensieve regenval en langdurige natte perioden, maar ook bij langdurige droogte. Een reële planning zal nodig zijn om de voortgang te bewaken. Het riet in de watergangen voldoende maaien zodat de waterdoorgang gegarandeerd is. Een optimale bereikbaarheid en een goede communicatie in tijden van wateroverlast is van groot belang;
• De SGP vindt dat in het landelijk gebied het beheer in eerste instantie bij de (coöperaties van) agrariërs ligt, daarna pas bij natuurorganisaties en terreinbeheerders;
• De SGP wil dat er stimuleringsregelingen komen voor agrariërs die wateropvang op hun percelen realiseren om zo in water te voorzien om hun gewassen te bevloeien.
• De SGP vindt dat de verdringingsreeks bij droogte moet worden heroverwogen. Daar moet een betere afstemming komen tussen economische activiteiten en natuur;
• De SGP vindt dat invasieve exoten actief bestreden moeten worden;
• De SGP is van mening dat een en ander op haalbaarheid en betaalbaarheid moet worden getoetst.
3. KLIMAAT EN CIRCULAIRE ECONOMIE
Klimaatverandering
Het klimaat verandert, dat merken we allemaal. De wijze waarop de mens met het milieu is omgegaan in de laatste 200 jaar is daar debet aan. Hierdoor is een enorme emissie van broeikasgassen ontstaan. Er zal op korte termijn gezocht moeten worden naar een nieuw evenwicht. Op het terrein van mitigatie (het voorkomen van meer broeikasgassen) hebben de waterschappen een taak in de uitoefening van hun kerntaken.
De effecten van de klimaatverandering komen direct bij de waterschappen terecht. Wateroverlast, droogte en karakterverandering van rivieren die uitmonden in onze delta. Alle maatregelen die waterschappen nemen om deze effecten te beheersen (adaptatie) hebben gevolgen voor de tarieven. De SGP meent dat, om handelingsbewustzijn bij burgers te bevorderen, doorwerking van de kosten van maatregelen in de tarieven verdedigbaar is.
Agenda duurzaamheid bij WSHD
Het Waterschap Hollandse Delta levert bij de uitvoering van haar taken een belangrijke bijdrage aan de duurzaamheidsopgave in Nederland. In december 2022 is de ‘Agenda Duurzaam WSHD’ met steun van de SGP vastgesteld. In de vastgestelde agenda worden intenties uitgesproken. Deze moeten nog vertaald worden door concrete voorstellen en bijbehorende budgetvoorstellen. De SGP ziet het als een Bijbelse verantwoordelijkheid om hiermee aan het rentmeesterschap van de aarde een verantwoorde invulling te geven.
Klimaat- en energieneutraal waterschap
De SGP steunt het streven om als WSHD in 2035 klimaatneutraal te worden. Klimaatneutraliteit zal forse en vergaande maatregelen vereisen. Maatregelen mogen een blijvend goede bedrijfsvoering binnen industrie en landbouw niet in de weg staan. Bovendien moeten maatregelen worden getoetst op de financiële haalbaarheid, de stijging van de tarieven mag niet onredelijk zijn.
Circulair waterschap
Natuurlijke grondstoffen beginnen schaars te worden. De SGP ondersteunt de ambitie om als WSHD in 2050 voor 100% circulair te functioneren. De SGP steunt eveneens het tussendoel om in 2030 voor 50% circulair te werken. Per stap zal ook hier een maatschappelijke en financiële afweging gemaakt moeten worden om wat betreft circulariteit verder te komen.
Duurzaam opdrachtgeverschap
De SGP wil zich actief inzetten met het invulling geven van het duurzame opdrachtgeverschap binnen WSHD. Dit moet zich vertalen in maatregelen binnen de aanbesteding van werken in de grond, water en wegen sector. Daarnaast dient het waterschap in de ontwerpfase van installaties al na te denken over duurzaam onderhoud en beheer. Ook dient te worden ingezet op een hoogwaardige verwerking van reststromen binnen WSHD.
De SGP pleit ervoor dat voor het duurzaamheidsbeleid binnen WSHD een monitoringssysteem met concrete tussendoelen komen.
Duurzame zuivering
De waterzuiveringsinstallaties van WSHD zijn vrijwel allemaal rond de 30 jaar oud. Het voert Asset Lifecycle Management (ALM) studies uit naar de staat van onze zuiveringen. In de praktijk komt hier meestal een voorkeursplan uit voort om de installaties levensduur verlengend te renoveren. De SGP vindt het goed beleid om de huidige zuiveringen lang in werkende staat te houden, duurzaamheid is ook dat een installatie lang mee gaat.
De keerzijde van verder gaan op de manier hoe het nu al gaat is, dat nieuwe technieken onvoldoende kans krijgen om toegepast te worden. Ook verdwijnt kennis van nieuwbouw hiermee in rap tempo. De SGP is er voorstander van om in ieder geval één (kleine) waterzuiveringsinstallatie nieuw te (laten) bouwen. Hiermee borgen we kennis voor de toekomst en kijken we op een frisse manier naar het zuiveringsproces.
Terugwinnen van grondstoffen en energie
Als rentmeester moeten we zorgvuldig omgaan met grondstoffenvoorraden, energiebronnen en met de natuur. Afvalwater kan traditioneel worden gezuiverd met behulp van energie en chemicaliën. Daarbij worden reststoffen geproduceerd. Op veel plaatsen wordt het afvalwater op dit moment reeds gezuiverd met natuurlijke technieken om grondstoffen en energie terug te kunnen winnen. Een volgende stap is om het gezuiverde water (als grijs water) opnieuw te gebruiken. Hiervoor moeten geïnteresseerde partijen gevonden worden. Hergebruik van water dient dan om oneigenlijk gebruik van drinkwater te beperken.
De maatschappij is te veel ingesteld op sectoraal (verkokerd) denken: de één vervuilt, een ander verzamelt, een ander maakt schoon of vernietigt. Ketenbewustzijn moet bevorderd worden. Ook als het gaat om het gebruik van het toilet. Daarom moet gestreefd worden naar regionale productie, consumptie, behandeling van de waterketen en vervoer. Waardevolle stoffen die onvermijdelijk in het riool komen moeten tegen verantwoorde kosten eruit gehaald worden. Anders spoelt veel naar zee. Stelregel: wat uit de aarde komt blijft óp de aarde.
Een belangrijke voorwaarde is het besef bij burgers bijbrengen dat het verwerken van afval zorgt voor het opnieuw inzetten van teruggewonnen grondstoffen.
Verwijderen van nieuwe stoffen
Vanuit onze rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI‘s) vinden lozingen plaats op het oppervlaktewater, meestal op de grote rivieren, maar ook op de zee. De lozing van nieuwe vervuilende stoffen, van huishoudens en bedrijven, heeft onvoldoende aandacht alvorens het bij een RWZI komt. Denk hierbij aan microplastics, medicijnresten en drugs.
In de eerste plaats is het van belang dat er bij bewoners veel meer bewustwording plaatsvindt, door middel van een goede communicatie, over wat we allemaal wegspoelen. In de tweede plaats is het nodig dat er kritisch naar de toegelaten cosmetica, verzorgingsproducten, schoonmaakmiddelen en medicijnen wordt gekeken. In de derde plaats is gecoördineerd onderzoek nodig naar de aard en omvang van genoemde verontreinigingen en vooral onderzoek naar nieuwe kosteneffectieve zuiveringsmethoden. Daarbij is nodig de impact te weten van de zuivering op het watersysteem. Door meten tot weten.
Met de huidige hoeveelheden (hemel)water is het veel te duur om medicijnen en andere nieuwe stoffen uit het water te halen. Het waterschap heeft als taak om dit probleem aan te pakken. Voor het verwijderen van medicijnresten in het water is de urgentie aanwezig. Aanpak hiervan dient bij de bron te beginnen. Bewustwording en beleid voor de productie en het gebruik van deze stoffen in producten is essentieel.
RES/Energietransitie
In de Regionale Energie Strategie (RES)-regio’s zet het waterschap zich in om bij de verandering van de leefomgeving de waterkwaliteit te verbeteren.
De waterschappen voeren een beleid dat gericht is op energiereductie en circulariteit op de eigen installaties, die wordt bekostigd uit het eigen belastingsysteem. Hierbij krijgen de positieve business cases voorrang. Biomassa moet indien mogelijk te worden hergebruikt en in de tweede plaats te worden gebruikt voor de productie van biogas.
Investeringen in het publieke domein, buiten de wettelijke taken van het waterschap, worden buiten het belastingstelsel van de waterschappen gehouden.
RWZI's (rioolwaterzuiveringsinstallaties) kunnen een forse bijdrage leveren aan de RES'sen. Zij kunnen mogelijk energie hub's worden (warmte en elektriciteit komen samen) mede door gebruik van effluent en gedroogd slib als brandstof voor warmtenetten. Met nieuwe technieken zou slib wellicht op de RWZI's gedroogd kunnen worden waardoor de energie voor de middellange termijn beschikbaar blijft in het gebied.
Concreet:
• De SGP zet in op zoveel mogelijk omzetten van afvalstoffen in grondstoffen;
• De SGP streeft naar zoveel mogelijk hergebruik van fosfaat uit rioolwater;
• De SGP wil energie terugwinnen door een nieuwe energiefabriek van groen gas in de nabijheid van afvalwaterzuiveringsinstallaties te bouwen;
• De SGP stimuleert niet gebruikte medicijnen bij de bron in te zamelen. Dit zal plaats moeten vinden bij apotheek en apotheekhoudende huisartsen;
• De SGP steunt onderzoek naar middelen om medicijnafval in de woningen uit het afvalwater te verwijderen;
• De SGP wil desnoods actief aan de slag gaan met het verwijderen van medicijnresten uit afvalwater (met de zogenaamde vierde trap), als eerste op plaatsen waar het schone (grijze) water hergebruikt kan worden;
• De SGP steunt bewustwording en aanpak bij de bron (voor burgers en bedrijven) om nieuwe schadelijke stoffen in afvalwater zo veel mogelijk te voorkomen;
• De SGP vindt dat de mogelijkheden van aquathermie moeten worden onderzocht en het individueel gebruik van WKO’s (warmte-koude-opslag) moet worden getemperd om schade aan het grondwater te voorkomen.
4. DIJKEN EN WEGEN
Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)
Waterveiligheid is een kernopgave van het waterschap. Tot 2050 werken we binnen het bestaande programma van dijkversterkingen aan de bescherming van het gebied tegen overstromingen. Maatregelen om de gebieden te beschermen tegen overstromingen blijven nodig en belangrijk, omdat wij rekening moeten houden met een stijging van de zeespiegel, hogere rivierstanden bij extreem weer en periodes van droogte die een negatieve invloed kunnen hebben op de stabiliteit van de rivierdijken.
De normen voor het HWBP worden landelijk bepaald. Het landelijk vastgestelde HWBP is berekend op een statistische overstromingskans van dijken van maximaal eens in de tweeduizend jaar. Het zeewater stijgt, volgens de wetenschappers zelfs sneller dan verwacht. Voor onze dijken en de kustverdediging betekent dit dat het werk nooit klaar is.
Elk dijkvak wordt door het waterschap Hollandse Delta eens in de zes jaar nauwkeurig beoordeeld of het zijn taak blijvend kan uitvoeren. De benodigde verbeteringen worden gerapporteerd aan het ministerie. Het ministerie toetst de resultaten aan het HWBP en geeft de prioritering aan: welk dijkvak is op welk tijdstip aan de beurt voor verbetering.
Dijkverzwaringsplannen
Het waterschap werkt (meestal in samenwerking met Rijkswaterstaat) in opdracht van het ministerie de plannen voor dijkverzwaring per dijkvak uit tot bestekken. Het waterschap houdt daarnaast rekening met inspraak door omwonenden en bedrijven. Ook omgevingsfactoren, zoals bestaande bebouwing en natuur, spelen een rol. Een maatschappelijke kosten-batenanalyse is hierbij onmisbaar. Het is vooral belangrijk om een functioneel goed resultaat te behalen tegen redelijke kosten. Deze bestekken worden vervolgens aanbesteed en uitgevoerd.
Aan het landelijk programma voor dijkverzwaring betaalt elke inwoner mee. Het is ook belangrijk dat dat zo blijft. Dijken worden voor 90% direct vanuit de Rijksbegroting gefinancierd; de laatste 10% wordt via de waterschapsbelasting opgebracht door inwoners van het betreffende gebied. Zo wordt geborgd dat de ’eigen dijken’ tijdig op orde zijn en blijven.
Bij het opstellen van nieuwe bouw- en bestemmingsplannen moet door gemeenten rekening worden gehouden met de waterveiligheid. Denk bijvoorbeeld aan de steeds heftiger regenbuien. Waterschappen moeten effectief kunnen optreden tegen ‘onveilige’ plannen: de watertoets mag niet langer een vrijblijvend advies zijn.
De SGP verwacht dat maatregelen voor klimaatadaptatie niet kunnen worden betaald uit de middelen in het kader van het HWBP. Door gezamenlijk met gemeenten en projectontwikkelaars wateropgaven te realiseren kan efficiënter worden gewerkt. Er moet extra budget komen via het Deltaplan Zoetwaterbeheer.
Meer-laagse veiligheid
In het programma ‘Integraal Rivier Management’ wordt nagedacht over een vervolg op het Rijksprogramma ‘Ruimte voor de Rivier’. Sinds 2014 is meer-laagse veiligheid de norm, bestaande uit de volgende lagen:
Laag 1. Het voorkomen van overstromingen
Laag 2. Een goede ruimtelijke planning
Laag 3. Snelle evacuatie bij overstromingen
De SGP wil daarom dat het waterschap bij nieuwe projecten samenwerkt met mede overheden, betrokken burgers en ondernemers. Veiligheid moet voorop blijven staan, bij voorkeur met sterke dijken. Verbetering van de ruimtelijke kwaliteit kan niet zonder bijdragen van andere overheden.
Het al vele jaren vrijwillig opererende dijkleger moet worden behouden. De SGP vindt dat een vitaal en goed uitgerust dijkleger van nut is voor de veiligheid van en betrokkenheid op het waterschap Hollandse Delta. Verjonging is noodzakelijk. Zo nodig moet hierin extra geïnvesteerd worden.
Bestrijding van muskus- en beverratten en mollen
Snel voortwoekerende exoten, die een gevaar vormen voor andere dieren, de waterkwaliteit of de dijkstabiliteit vragen om een actieve bestrijding. De muskus- en beverrattenbestrijding is een wettelijke taak van het Waterschap Hollandse Delta. Daarnaast dient schade aan de grasmat van de primaire waterkeringen door mollen tegen gegaan te worden. Schade dient zoveel mogelijk voorkomen te worden door deze dieren te vangen en de populatie zo klein mogelijk te houden. Vooral voor de oprukkende beverrat zijn landelijke afspraken en innovatief beleid noodzakelijk.
Biodiversiteit
De SGP onderschrijft de noodzaak om de biodiversiteit te versterken. Binnen het WSHD is in 2021 het ‘Groenbeleidsplan’ vastgesteld. Wat de SGP betreft worden de hierin beschreven acties uitgevoerd. Een maatregel om biodiversiteit te versterken is het aanleggen van natuurvriendelijke oevers.
Het zogenaamde veiligheidsmaaien dient zoveel als mogelijk verminderd te worden. Echter, de verkeersveiligheid, met name ook voor fietsers, weegt vanzelfsprekend het zwaarste.
Wegentaak
Met name sinds de Wet Herziening Wegbeheer uit 1993 beheert WSHD in haar beheergebied bijna alle wegen buiten de bebouwde kom, behalve op het Eiland van Dordrecht. Veelal zijn dit zogenaamde erftoegangswegen waarop de maximum snelheid 60 km bedraagt. Met uitzondering van de doorgaande provinciale wegen en autosnelwegen. De wegentaak is sinds de jaren 90 van de vorige eeuw versplinterd belegd bij provincies, waterschappen en gemeenten. Wegonderhoud moet goed en veilig uitgevoerd worden, mede als ontsluiting van de gebieden. Ook dienen goede en veilige fietsroutes, vooral voor de schoolgaande jeugd, aangelegd en onderhouden te worden.
Hoewel WSHD de wegen goed onderhoudt ziet de SGP wegbeheer niet als kerntaak voor het waterschap. Om deze reden heeft de SGP in 2018 ingestemd met het besluit om de in beheer zijnde wegen over te dragen aan de gemeenten waarin de betreffende wegen zijn gelegen. De SGP houdt vast aan dit uitgangspunt, maar er moet sprake zijn van een “warme” overdracht van deze taken. Dat houdt in dat de nieuwe beheerder voldoende mankracht en middelen beschikbaar moet hebben om het onderhoud doelmatig uit te voeren.
De veiligheid en het onderhoud van de wegen mag niet ter discussie staan. Zolang de wegentaak niet is overgenomen door de gemeente blijft het waterschap verantwoordelijk en dient in overleg met provincie en gemeenten te zorgen voor goed en veilig wegbeheer.
Concreet
· De SGP vindt sterke, robuuste dijken letterlijk van levensbelang. Veiligheid staat voorop,
· keuzes dienen te worden gemaakt op basis van urgentie. Meer-laagse veiligheid en goede
evacuatieplannen zijn prima, maar sterke primaire dijken hebben de voorkeur.
· De SGP vindt dat zo nodig extra moet worden geïnvesteerd in dijkverbetering.
· De SGP vindt dat rekening moet worden gehouden met een realistisch klimaatscenario.
· De SGP vindt dat er extra geld van de landelijke overheid nodig is voor de aanpassing van
dijken aan het veranderende klimaat.
· De SGP vindt dat de uitkomst van de watertoets van het waterschap bindend moet zijn voor
initiatiefnemers van plannen, zoals projectontwikkelaars.
· De SGP vindt dat bij het aanbesteden van werk werkzaamheden bij voorkeur gecombineerd
worden (werk met werk maken)
· De SGP steunt onderzoek naar innovatieve ‘slimme dijken’, maar experimenten mogen
geen gevaar voor de veiligheid opleveren
· De SGP vindt dat terughoudend moet worden omgegaan met ingrijpende ruimtelijke
plannen, zoals een hoogwatergeul, tenzij dit vanuit veiligheid nodig is
· De SGP vindt dat nieuwbouw op dijken en uiterwaarden alleen moet worden toegestaan als
de veiligheid en het meerjarig onderhoud voldoende geborgd zijn
· De SGP geeft een hoge prioriteit aan verjonging en professionele uitrusting van het dijkleger
· De SGP wil de wegentaak afstoten, maar tot dat moment moeten wegen veilig te berijden
zijn en daartoe voldoende onderhouden worden
5. WAAROM UW STEM OP DE SGP?
1. Uw stem op de SGP betekent dat u stemt voor een vaste koers.
2. De SGP zal zich in 2023-2027 inzetten om het beleid van het waterschap te ondersteunen door het vormen en steunen van een college van heemraden.
3. De SGP zal inzetten op verantwoord vernieuwen van de bestaande rioolwaterzuiveringen in de komende decennia.
4. De SGP zal inzetten op het zoveel mogelijk vasthouden van zoetwater in ons beheersgebied om uitdroging bij langere hitteperioden te voorkomen.
5. De SGP zal zich tot het uiterste inzetten om uitvoerende werkzaamheden in het beheersgebied op zondagen te voorkomen, calamiteiten uitgesloten.
Kortom: Waarom kiezen voor de SGP?
Sociaal: Voor gezinnen met een minimuminkomen en zonder eigen vermogen, moet het kwijtscheldingsbeleid in stand worden gehouden.
Gedreven: De SGP zet zich in voor een vaste koers en goed rentmeesterschap. Dat houdt in betaalbaar, duurzaam en toekomstbestendig dijk-, weg-, en waterbeheer.
Principieel: De SGP is tegen een 7x24-uurs economie en pleit er voor om niet noodzakelijke werkzaamheden op zondagen te voorkomen.