11 juli 2020
SGP pleit voor behoud geborgde zetels
Afgelopen weken is er op diverse fronten discussie gevoerd over het wel of niet afschaffen van de geborgde zetels binnen het bestuur van het waterschap. Een onlangs verschenen rapport van de Commissie Boelhouwer erkent dat dat geborgde zetels goed werk doen, maar op termijn moeten worden afgeschaft. De SGP-fractie in het Waterschap Hollandse Delta heeft daar duidelijk een andere visie over en wijzen juist op het belang van deze zetels.
Wat zijn eigenlijk de geborgde zetels in het waterschapsbestuur? In een waterschap is de Verenigde Vergadering (VV) het hoogste orgaan, vergelijkbaar met een gemeenteraad in een gemeente. In deze VV zitten bij het Waterschap Hollandse Delta (WSHD) 30 personen. Van hen zijn er 21 gekozen door de burgers, bij landelijke verkiezingen die meestal gelijk vallen met de Provinciale Staten verkiezingen. Er worden op dat moment dus 9 mensen niet gekozen, dit zijn de geborgde zetels. Van hen zitten er 4 namens het bedrijfsleven. De Kamer van Koophandel regelt hun verkiezing. Dan zitten er ook 4 namens de agrariërs, deze mensen worden door LTO verkozen. En tenslotte zit er 1 persoon in die door de Vereniging van Bos en Natuurterreineigenaren wordt gekozen.
Commissie Boelhouwer
In politiek Den Haag, maar ook in het land gaan regelmatig stemmen op om deze geborgde zetels af te schaffen. Hierdoor krijgen politieke partijen meer zeggenschap in het waterschap. Naar goed Haags gebruik heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat een commissie ingesteld om hier eens goed naar te kijken. In de afgelopen weken heeft deze Commissie Boelhouwer haar adviesrapport uitgebracht. In dit rapport lezen we dat de geborgde zetels goed werk doen, met name de agrarische zetels en die van natuur een duidelijk belang hebben maar uiteindelijk toch zouden moeten worden afgeschaft. Hoe staat de SGP hierin?
Rentmeesterschap
Laten we eens kijken naar een vorige week gehouden informatieve VV, waar onze leden van het algemeen bestuur bijgepraat werden over de waterkwaliteit. Vanuit Europa is er de KaderRichtlijn Water (KRW), waarin normen staan waar het oppervlaktewater in 2027 aan moet voldoen. Om hieraan te voldoen stellen de waterschappen de komende jaren het inmiddels alweer derde Stroomgebiedbeheersplan (SGBP-3) in werking. Hierin staan maatregelen die genomen worden om de waterkwaliteit op niveau te brengen. Dit kwaliteitsniveau is vrij breed, het gaat over de aanwezigheid van waterplanten, waterdieren, het gehalte aan chemische stoffen en meststoffen in het water. Maatregelen die in zo’n SGBP-3 kunnen komen te staan zijn dan bijvoorbeeld natuurvriendelijke oevers, het aanleg van parallelle waterbekkens en visvriendelijke gemalen en sluizen. Heemraad van Driel (ongebouwd) gaf aan dat het college een tandje bij wil zetten om de waterkwaliteit echt te verbeteren. De SGP-fractie binnen het Waterschap Hollandse Delta is hier blij mee. Een oude wijsheid zegt dat we de aarde in bruikleen hebben van onze kinderen. Als SGP zeggen we dat we de Schepping van God moeten (be)bouwen en bewaren. “Je kunt het ook Rentmeesterschap noemen”, aldus van Driel.
Reflex
In de afgelopen VV, waarin deze materie aan de orde kwam zagen we opnieuw de reflex van partijen die met de vinger wijzen naar de landbouw als hoofdschuldige van de huidige onvoldoende waterkwaliteit. Immers de boeren strooien voor hun gewassen de nodige meststoffen en spuiten met de nodige chemische middelen. Helaas komen nog teveel restanten van beide in het oppervlaktewater terecht. Dus, zeggen zij, pak het probleem bij de bron aan en verminder dit middelengebruik van agrariërs, en dan hoeven wij ook deze dure maatregelen niet te nemen. En gaan de inwoners minder betalen.
Sympathie
De commissie Boelhouwer stelt terecht dat er een verbreding aan de gang is van taken die een waterschap voor de kiezen krijgt. Van oudsher was een waterschap immers niets meer en niets minder dan een verbond van boeren en inwoners die de polders droog wilden houden na regenval en bij stormen. Dus goede dijken en goed peilbeheer, waren belangrijk. De belangen van inwoners en boeren liepen meer parallel. Onze hele Nederlandse poldercultuur heeft hier zijn naam aan te danken. Tegenwoordig zijn naast genoemde zaken dus ook kwalitatief waterbeheer, rioolwaterzuiveringen en klimaatopgaven belangrijke taken van het waterschap. Het rapport van de commissie erkent trouwens ook dat boeren die met hun akkers in een waterschap gelegen zijn een onevenredig groot belang hebben bij een goed functionerend waterschap. Zij zijn er voor hun bedrijfsvoering en inkomen compleet van afhankelijk. Ook natuurterreinbeheerders krijgen in die zin het voordeel van de twijfel, daar ook hun geborgde zetel op sympathie kan rekenen. Laten we tenslotte ook niet vergeten dat een agrariër waterschapsbelastingen betaalt voor zijn gronden en gebouwen maar ook nog als inwoner van het gebied.
Ambitieus
Terug naar de KRW. Wat boeren en andere specialisten weten is dat de waterkwaliteit niet één op één te linken is aan de nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen die boeren gebruiken. Er spelen meer zaken een rol. Zo is het zoutgehalte op Goeree-Overflakkee in de sloten veel te hoog, omdat de zee en mogelijk een verziltend Haringvliet door middel van kwelwater deze stoffen aanleveren. De overvloedige plantengroei in de Binnenmaas kan deels komen door de uitgespoelde meststoffen van de agrarische polders hieromheen, maar ook doordat er van de venige bodem en rottende planten voortdurend nutriënten vrijkomen. En hoe zit het met de ganzen? Doordat watervogels fourageren in de weilanden van de boeren en hun uitwerpselen op de oevers van de watergangen deponeren gaan ook de spaarzaam gestrooide meststoffen linea recta weer het water in. Het probleem met de haalbaarheid van de KRW-normen in 2027 zit volgens de SGP meer in het feit dat deze reeds lang geleden zijn vastgesteld. De normen zijn destijds als een ambitieus vergezicht vastgesteld, ook al was toen over oorzaak en gevolg van bovengenoemde zaken nog veel minder bekend. Gelukkig mag bij SGBP-3 rekening gehouden worden met de haalbaarheid. Als doelen aantoonbaar onhaalbaar zijn door achtergrondbelasting of andere niet beïnvloedbare factoren dan is er alleen een inspanningsverplichting.
Functionele overheid
De SGP was altijd van mening dat de waterschappen een functionele overheid zijn, die niet politiek bestuurd hoeven te worden. Door het steeds uitbreidende takenpakket zien we inderdaad dat er een tegenstelling van belangen dreigt te komen. In feite zou die tegenstelling er niet moeten zijn, daar ook boeren profiteren van schoon water, van veel biodiversiteit en van een klimaatbestendig watersysteem. Alleen, wie gaat deze ambities betalen en hoe snel moeten deze realiteit worden? De SGP vindt dat de geborgde zetels van met name agrariërs en natuurbeheerders met hun kennis een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan de debatten rond deze gevoelige thema’s. Onze fractie vindt dat in ieder geval het grootste deel van deze zetels behouden moet blijven. Daarnaast zijn er ook nog de geborgde zetels aangewezen door de Kamer van Koophandel. Gelukkig is op dit moment in de Tweede Kamer nog geen meerderheid te vinden voor het afschaffen van de geborgde zetels.