8 juli 2015
Minister Schultz zinspeelt op hogere waterprijzen
Fractievoorzitter Wim de Jong vindt de gedachte om de financiering te verbeteren met nieuwe heffingen voor wateronttrekking opmerkelijk omdat de grondwaterbelasting in 2012 is afgeschaft. Wel geeft de Jong aan dat gezien de te verwachten waterschaarste in de toekomst het logisch is te denken aan een beprijzing van watergebruik. De discussie op welke wijze dat gaat gebeuren moet ook in de waterschappen nog op gang komen.
Gebruikers van grond- en oppervlaktewater moeten in de toekomst mogelijk meer gaan betalen voor het grond- en oppervlaktewater dat zij onttrekken. Dit is één van de opties die de Minister noemt in een brief aan de Tweede Kamer over de toekomstige financiering van het waterbeheer. Fractievoorzitter Wim de Jong vindt de gedachte om de financiering te verbeteren met nieuwe heffingen voor wateronttrekking opmerkelijk omdat de grondwaterbelasting in 2012 is afgeschaft. 'Andere mogelijkheden zijn het belasten van diffuse bronnen én het gebruik van prijsprikkels om te voorkomen dat schoon regenwater naar de rioolwaterzuivering wordt afgevoerd', aldus de genoemde opties.
Aanleiding voor de brief is een rapport van Twijnstra Gudde en Tauw over de huidige bekostiging in het Nederlandse waterbeheer inclusief ontwikkelingen die daar invloed op kunnen hebben. De onderzoekers stellen onder meer dat principes zoals “de vervuiler betaalt” en “de gebruiker betaalt” niet volledig worden toegepast en dat de kosten voor het waterbeheer substantieel kunnen toenemen door ontwikkelingen als bodemdaling, klimaatverandering en vervangingsopgaven.
Minister Schultz stelt naar aanleiding van het onderzoek dat de financiering van het waterbeheer een goede basis kent en dat een grote systeemwijziging daarom niet aan de orde is. Wel geven de onderzoeksresultaten volgens de minister aanleiding om te onderzoeken op welke terreinen verbetering mogelijk is.
Het aanpakken van diffuse bronnen ligt voor de hand. Diffuse bronnen (bijvoorbeeld gewasbeschermingsmiddelen) worden nu niet belast, terwijl zij een aanzienlijke belasting vormen voor de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Ook het idee om te bezien of (prijs)prikkels zinvol kunnen zijn om te voorkomen dat regenwater naar de zuivering wordt afgevoerd verdient nadere uitwerking. De verwerking van regenwater heeft immers een fors aandeel in de riolering- en zuiveringskosten.
Fractievoorzitter Wim de Jong vindt de gedachte om de financiering te verbeteren met nieuwe heffingen voor wateronttrekking opmerkelijk. De grondwaterbelasting is immers in 2012 afgeschaft, onder andere omdat bestaande onttrekkingen passen in een duurzaam gebruik van de ondergrond. Ook een eventuele heffing op oppervlaktewater is moeilijk te rechtvaardigen. Dit geldt des te meer nu dit idee wordt gerelateerd aan het voorkomen van waterschaarste: circa 90% van het gebruikte oppervlaktewater wordt namelijk gebruikt voor koeling wat betekent dat dit water na gebruik weer terug komt in het lokale watersysteem.
De verkenning van mogelijkheden ter verbetering van de toekomstige financiering van het waterbeheer zal na de zomer worden opgestart. Uiteindelijk zal dit resulteren in concrete voorstellen die aan de politiek worden voorgelegd.
Bron artikel: VEMW, 7 juli 2015