14 oktober 2024
Een impressie van de Verenigde Vergadering
Op 9 oktober jl. kwam de Verenigde Vergadering (VV) van Waterschap Hollandse Delta bijeen om over verschillende zaken te spreken en te besluiten. De fractie schreef een impressie over de punten waar de SGP inbreng had in het debat.
Na de opening werd door de vergadering een minuut stilte gehouden om dhr. Daan Monster te gedenken die deze week op 86-jarige leeftijd is overleden. Dhr. Monster was de eerste dijkgraaf van de per 1 januari 2005 samengevoegde waterschappen tot Waterschap Hollandse Delta. Ook werden, na het onderzoek van de zogenoemde geloofsbrieven, twee steunfractieleden toegelaten. Dit betreft de heer Henk van den Berg (een oude bekende) voor het CDA en de heer Wytse Schaap voor de PvdA. ‘We heten hen ook vanuit de SGP welkom en zien uit naar een constructieve samenwerking met elkaar’, aldus SGP-er Wim de Jong.
Ons fractielid Wim de Jong voerde het woord over de ‘Evaluatie Programmabrede Risicokredieten’ en ‘Strategische Investeringsagenda’.
Programmabrede Risicokredieten:
Het voorstel ziet op het samenvoegen van risicokredieten binnen de uitvoering van projecten. Hierdoor is de organisatie vrijer om met de risicobudgetten te schuiven binnen de 5 bedrijfstakken van WSHD.
De SGP heeft in de commissie MBH al ingestemd met dit voorstel, evenals bijna alle andere partijen. De SGP vindt het belangrijk dat de VV zich meer bezig houdt met strategische beslissingen om daarmee bestuurlijke drukte te voorkomen. Dit past ook bij het hiernavolgende voorstel voor Strategische Investeringen.
Mevr. de Sutter spreekt zich namens HDN uit tegen de overdracht van bevoegdheden aan het college. Zij maken volgens haar partij inbreuk op het budgetrecht van de VV. Met alleen de stem van mevr. De Sutter tegen werd dit voorstel aangenomen.
Strategische Investeringsagenda:
Wim de Jong krijgt als lid van de Denktank Strategische Investeringsagenda de gelegenheid van Dijkgraaf Bonjer om e.e.a. toe te lichten. Hij werkte mee aan het voorstel. Wim de Jong: ‘Waarom stellen we voor met ingang van de begroting 2026 een Strategische Investeringsagenda in te voeren? Om gesteld te staan voor de toekomst, zijn in de komende decennia grote investeringen nodig, met name op het vlak van de waterketen en het watersysteem. Om de Verenigde Vergadering nog beter in positie te brengen om haar kader stellende en controlerende rol goed uit te voeren wordt voorgesteld om, in lijn met de aanbevelingen uit het RKC-rapport Onderzoek Investeringen, een Strategische Investeringsagenda op te stellen. Hierin worden de bestuurlijk samenhang tussen doelen, maatregelen en risico’s van de strategische investeringen in beeld gebracht. Met de Strategische Investeringsagenda wordt de Verenigde Vergadering beter in staat gesteld om haar kader stellende rol aan de voorkant van de investeringen en de controlerende rol tijdens en na de uitvoering beter in te vullen. Anderzijds leidt het aanbrengen van bestuurlijke focus ook tot het verlagen van de bestuurlijke druk en het verhogen van de ambtelijke efficiëntie’. Ook hier stemt Mevr. De Sutter van HDN tegen het voorstel om vrijwel dezelfde redenen als bij het vorige voorstel. Alle andere VV leden stemmen in met dit belangrijke voorstel.
Fractielid Bert Staat nam deel aan de discussie over het agendapunt ‘Middellange termijn financiering HWBP’. En ook over twee moties over de aanpak van PFAS welke vreemd aan de orde van de dag werden ingediend vanuit de Partij voor de Dieren.
Middellange termijn financiering HWBP
DE VV IS het unaniem eens dat de in gebruik zijnde financiering van het Hoogwater Beschermings Programma, op basis van 50-40-10%, gehandhaafd moet blijven. Dit houdt in dat 50% van de kosten van dijkversterking door het Rijk worden betaald, 40% door de gezamenlijke waterschappen en 10% door het waterschap waarin het betreffende dijkvak wordt versterkt. Door de PvdD werd een motie ingediend om de mogelijkheid na te gaan om de kosten van graafwerende constructies ook onder het HWBP te laten vallen. Dit zijn maatregelen die mogelijk genomen kunnen worden om preventief schade tegen te gaan van graafwerkzaamheden door bevers of muskusratten. Hiermee worden verschillende proeven uitgevoerd bij lopende dijkversterkingsprojecten. Bert Staat: ‘Als SGP zijn we het er mee eens om te onderzoeken of innovatieve ontwikkelingen toepasbaar zijn binnen het HWBP. Om deze reden hebben we deze motie medeondertekend. Heemraad Rijsdijk gaf in reactie op de motie aan dat er al proeven bezig zijn en dat ze dit resultaat eerst wilde afwachten. De motie werd helaas met 16 tegen 14 stemmen verworpen’.
Moties over de aanpak van PFAS
Door Bert Staat werd eveneens het woord gevoerd over de twee motie met betrekking tot aanpak PFAS. De meningen over het al dan niet starten van een spoedrechtszaak waren direct al duidelijk. Daar was geen draagvlak voor. Dat bleek later ook uit de stemming; 3 voor en 27 stemmen tegen. ‘Als SGP vinden we het geen goede zaak dat overheden onderling tegen elkaar gaan procederen’.
De motie ‘opstellen brandbrief’ leverde meer discussie op. Staat: ‘Als SGP vonden we in ieder geval dat elke verwijzing naar juridische procedures verwijderd moest worden. Dat is in de tweede versie van de motie inderdaad gebeurd. Toch wilden we als SGP ook de gewijzigde motie niet steunen. Met name de termijn van 1-1-2026 om te stoppen met de productie van PFAS vinden wij te rigide’. Na een schorsing bleek dat het college van D&H de motie zonder stemming wilde overnemen. Dat ging de VV te ver en vroeg om stemming over de aangepaste motie. Op dat moment werd de motie door de PvdD ingetrokken. Uiteraard om reden dat op basis van het debat het allerminst zeker was dat deze motie zou worden aangenomen. ‘Op basis van deze handelwijze concluderen we als fractie dat ingewikkelde onderwerpen niet geschikt zijn om te bespreken via een ‘motie vreemd aan de orde van de dag’. Maar eerst de noodzaak vragen om een behandeling in een commissie’, aldus de SGP-er.